Carmens' verhaal over de kraamzorg: “Je mag werken met het meest kostbare bezit van een gezin”

Carmen begon op haar veertiende als zaterdaghulp in een kapsalon. Ze rolde als vanzelf het kappersvak in en werkte er uiteindelijk acht jaar met plezier. Toen tijdens Covid-19 de kapsalon tijdelijk sloot, ontdekte ze iets opmerkelijks: ze miste haar werk eigenlijk helemaal niet. Het zette haar aan het denken. “Wat wil ik écht graag doen?”

In Carmens familie is zorg geen onbekende sector. Haar moeder werkte in de ouderenzorg en haar zus op de kinder-IC. Zelf is ze ook altijd een zorgzaam persoon geweest. Een gesprek met een buurvrouw die werkte
in de kraamzorg – die Carmen als kapster regelmatig knipte– bleek het keerpunt. Carmen vroeg haar het hemd van het lijf: wat houdt het vak in? Wat moet je kunnen? Niet lang daarna solliciteerde ze bij een kraamzorgorganisatie. De opleiding was leerzaam, maar hard werken. “Veel theorie, van anatomie tot pathologie, en alles gericht op moeder en kind,” vertelt ze.

Toch voelde het goed: “Het is goed dat het specialistisch is; je werkt met mensen in een kwetsbare situatie.” Dat raakt ook meteen de kern van het vak. Kraamzorg draait tegenwoordig minder om het huishouden en steeds meer om medische begeleiding, hechting tussen moeder en baby, helpen met borstvoeding en emotionele steun geven.

Nu Carmen zelf moeder is, weet ze hoe waardevol kraamzorg ontvangen is. “Je bent op je kwetsbaarst, alles is nieuw en je lijf is moe. Dan is het zo fijn dat er iemand is die jou en je gezin opvangt, zonder oordeel. Dat is echt een verrijking.” Het werk is ook intensief. “Je werkt vaak met meerdere gezinnen tegelijk, elk met hun eigen verhaal. Je moet
scherp blijven, professioneel én empathisch.”

Wat het vak voor haar zo bijzonder maakt? “Je mag werken met het meest kostbare bezit van een gezin. Jij bent er al vanaf het eerste moment. Elke week is anders, elk kindje is uniek. En die dankbaarheid aan het einde van de week… tranen, knuffels, kaartjes. Daar doe je het voor.” Voor iedereen die twijfelt over een overstap naar de kraamzorg heeft ze een duidelijke boodschap: “Gewoon doen. Je gaat er geen spijt van krijgen.”